Column's van Ton
De rat.
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Met een ruk schoot ik wakker met het zweet in de nek en overal kippenvel. Wat was er gebeurd? Ik had van de rat gedroomd. Het geval is dat er een paar ratten bezig zijn om vervelend te doen door aanwezig te zijn daar waar ze dat niet moeten doen. Ze zijn namelijk bezig in de tuintjes van de onderburen en op de balkons daar boven. En van ratten krijg ik nachtmerries en kippenvel.
Wat te doen als er zich eentje op mijn balkon waagt? Vraag ik hem vriendelijk op te krassen en help ik hem met een rotschop, sla ik hem kassiewijlen met de hak van mijn schoen of hak ik hem doormidden met het tuinschepje die daar toevallig al ligt te wachten op gebruik. Een schoenendoos zoeken om hem daar in te lokken gaat teveel tijd kosten en tijd heb je niet in zo’n geval. En wat te doen als hij het huis in schiet? Daarom schoot ik wakker! De afdeling Ongediertebestrijding van de gemeente was al bij de buren langs geweest en had op het balkon een val gezet met rattengif. Of dat helpt moeten we maar afwachten. De aanwezigheid van onze ratten kwam waarschijnlijk door niet op tijd geruimde vuilniszakken en/of het strooien van vogelvoer, en dat in de zomer!
Je woont in een dorp als Weurt natuurlijk dicht bij de natuur maar sommige mensen halen door hun gedrag de natuur wel heel dicht bij huis. Nog even en de wolf komt ook even kijken. Vossen en reeën hebben we al in de uiterwaarden en steenmarters lopen hier ook al vrolijk rond en de buizerd, die wel een ratje lust als ontbijt, komt hier niet kijken. Nee, loslopende honden en katten is voor mij al natuur genoeg in de woonwijk; al het andere zoekt maar een ander leefgebied en dan het liefst een eind van onze tuinen en balkons vandaan. Geen kippenvel en koud zweet midden in de nacht meer voor mij. Ik ben geen held!
De wedstrijdleider
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Nadat de wedstrijdleider het toernooi tot een goed einde had gebracht, de spelers bij de prijsuitreiking humoristisch had toegesproken en, als laatste, een envelopje van de spelers had ontvangen, volgen nog vele dagen van hard werken om het boek, van dit toernooi dan, te kunnen sluiten.
In de eerste plaats moesten de bossen bloemen bezorgd worden bij de spelers thuis, die wegens “familieomstandigheden” de sluitingsceremonie niet hadden kunnen bijwonen. Vervolgens bleek de helft van de deelnemers na afloop de verkeerde tenues mee naar huis te hebben genomen, zodat er een ware ruilbeurs ontstond. De tenues waren of nog niet teruggebracht, of wel teruggebracht, maar wederom door een verkeerde eigenaar meegenomen.
Wedstrijdleider, wat bezielt zo iemand. In het beste geval is hij niet uitgescholden, in elkaar geslagen of bespuugd. Door zijn eigen clubgenoten minnetjes bejegend en apart genomen door de voorzitter omdat de komende wedstrijd belangrijk is voor de club. Betweters en haantjesgedrag om hem heen. Leiden is zijn hobby, maar vaak komt hij nauwelijks aan leiden toe. Het moet werken als ontspanning, maar je kunt soms beter als directeur een groot concern leiden dan als wedstrijdleider een sporttoernooi.
En toch geeft het voldoening; de wedstrijdleider weet er alles van. De complimenten zijn als een applaus voor een podiumartiest. En als hij dan weer eens uitgeput op de bank valt na een zwaar toernooi en zijn echtgenote vraagt: “Hoe is het gegaan?”, antwoord hij met een zekere berusting: “Prima, er is niemand overleden dit weekeinde.”
Waarop zijn echtgenote zei: “Meen je dat nou? Vorige week ook al niet.”
De kermis
- Gegevens
- Geschreven door: Ton
Hij is er nog steeds; de kermis. Het seizoen komt in volle gang en overal duikt de kermis weer op. Tegenwoordig bijna een ‘natuurverschijnsel’, want de exploitanten wordt het leven danig zuur gemaakt door de lokale overheden met torenhoge kosten om te mogen staan. En die kosten vinden wij terug in de prijzen van de attracties. Niet leuk meer zo.
Vroeger was lang niet alles beter, maar de kermis wel. Je keek er als kind naar uit, van opa kreeg ik een-gulden-vijftig voor de kermis en hij kwam daar speciaal voor naar ons. De hele stad stond vol met botsautotenten, het reuzenrad, de houten achtbaan, de vliegtuigjes etc. De halsbrekende capriolen in de Sjimmie Sjimmie en rode koontjes bij de tent met de vrouw-met-de-drie-borsten waar we nog niet in mochten, al waren we toch al elf jaar oud. De herrie en de knipperende verlichting, de prutprijsjes bij de trekkoorden, het ballengooien en de gokkasten, de paarden op de draaimolen en het spookhuis. Spannend in alle opzichten was die kermis. We gingen bij voorkeur op de woensdagmiddag omdat het dan kindermiddag was met lagere prijzen. Kon je twee ritten doen in de ‘rups’ voor één prijs en de rit duurde ook nog eens langer. En na afloop een suikerspin of een roze zuurstok en een pondje gerookte paling voor opa en oma. Het is pure nostalgie, die kermis. Denk aan je tienerjaren met fantastische avonden in de danstent, het zuipen en de scharrels die daar zijn opgedaan. Pure folklore.
Door de samenvoeging van sommige gemeenten ontstaat het idee om één grote kermis voor de regio te organiseren. Niet doen. Met al die ideeën haal je de ziel uit de kermis. Hou het lokaal als het kan, geef als lokale overheid desnoods enige subsidie, en proef de eigen dorpssfeer tijdens zo’n kermis. Er is al genoeg weg wat dat aangaat.