Uit de zomer gekomen
sta ik naar de herfst te dromen
koud en nat is niet mijn wens
kleuren naar geel, bruin en brons
zie de verandering rondom ons
de natuur op drift, intens
Op het eind van het zandpad
nabij het Grindgat
vogels in het natte gras
de trek naar het zuiden
elke zwerm met zijn eigen geluiden
zo hard, het geeft geen pas
Kijk de toren op het eiland
het eiland, een bijland,
ligt er vochtig bij, mistig
langs het water in het bos
waar het gros
van de fauna doende is, heel listig
Het Weurtsche Straatje
is een paadje
geworden, geheel volgens plan
langs de Waal
de rivier aan de haal
met een restje warm water, nu het nog kan
Bij de Duivelswaai
waar een kraai
een prooi pakt, met venijn
de fruitbomen kaal
een vos aan de haal
met een ree, heel vilein
En ik op de dijk
kletsnat ga ik gelijk
naar huis en de warmte
de herfst doet zijn intrede
de zomer is verleden
tijd, op zoek naar kalmte.