Een goede roddel is nooit weg. Iedereen weet dat je niet mag roddelen maar wat niet mag is het fijnste en dus doet iedereen het. Roddelen schuurt tegen liegen aan; ofwel de waarheid wordt opgerekt of er wordt wat bij verzonnen om het verhaal smeuïger, interessanter of gewichtiger te maken. Een goeie roddel is nooit weg, het drijft op de conversatie.
Laatst hoorde ik een roddel dat een buurman door een dakraam was gevallen en de vrouw des huizes zwanger was geraakt. Behoorlijk suggestief natuurlijk en voer voor de borreltafel. De sensatie lag op de loer. Die iemand was een dakdekker die door een Velux dakraam gluurde en de buurvrouw zag… Hij hield zich stil en trok zich terug. Evengoed knoopte hij een gesprek aan met de vouw en sprong er een vonk over. Dagen later stapte de dakdekker mis en viel door het Velux raam. De dakdekker vertrok weer toen hij klaar met zijn werk was en de buurvrouw werd zwanger. Een en ander had uiteindelijk niets met elkaar te maken.
Zo’n verhaal begint onschuldig maar doordat het vaker vertelt wordt gaan verzinsels aan de haal met de waarheid. De emotie veranderd van aanhoren tot opgewonden raken. Een roddel is als een goede of een slecht mop en alleen de echte verhalenvertellers kunnen er iets mee. De anderen maken van een verhaal een platte babbel.